Skip to content

Geïnspireerd door wat ik hoor tijdens mijn trainingen, ga ik in op het ‘goed’ en ‘fout’ denken en hoe diep dat in ons systeem zit. “Ik wil een goeie moeder zijn” hoor ik regelmatig, of “Ik wil het goed doen.” We worden natuurlijk niet geboren met het idee dat we goed of fout zouden kunnen zijn, maar ontvangen al jong signalen en woorden die dat suggereren.

32 goed
Op school hoorde ik vroeger “Je hebt acht fout”, maar zelden “Je hebt 32 goed.” Leraren zeiden nooit tegen mij: “Dat is anders dan hoe ik het geleerd heb” of “Jouw uitkomst is anders dan de mijne.” Nee, het werd gemarkeerd als “fout.” Dat begreep ik niet toen ik op school zat en vond ik irritant, omdat er geen context bij zat. Mijn werkwijze, het hoe en waarom ik tot mijn eigen antwoord was gekomen was kennelijk niet interessant. School als opleg-systeem.

Power-over denken
Het denken in ‘goed’ en ‘fout’ is sterk verbonden met dominantie systemen, waaronder wij mensen al 2.500 jaar opereren. Volgens de Amerikaanse theoloog en activist Walter Wink (overleden in 2012) leven we zelfs al 8000 jaar in dit paradigma. Marshall Rosenberg, grondlegger van Nonviolent Communication, refereerde regelmatig naar Walter Wink. In zulke dominantie systemen besluit degene met meer macht (ouders, leraren, keizers, oudere broertjes, dirigenten, trainers voor groepen, etc.) wat ‘goed’ is voor degene met minder macht (kinderen, leerlingen, ‘het volk’, jongere broertjes, koorleden, deelnemers, etc.). In dit model wordt ‘wat goed is’ desnoods met straffen en beloningen erdoor gedrukt, wat verbinding, dialoog en afstemming niet bepaald bevordert.

Gehoorzamen
In het dominantie-systeem ‘weet’ degene met meer macht wat ‘goed’ is voor degene met minder macht en als je daar niet naar luistert (niet gehoorzaamt), heb je het toch wel ‘fout’ gedaan. Rebellie en onderwerping, waar veel energie en potentie in verloren gaan, zijn logische reacties in zo’n systeem: ofwel in stilte, in jezelf, ofwel openlijk.  Het denken in goed en fout, rebellie en onderwerping: het zit ongeveer in onze genen. Evenals het idee dat we het ‘fout’ zouden kunnen doen en dat we een ‘goede moeder’ willen zijn. Een dirigent bij een van mijn lessen, vertelde dat hij na koorrepetities gesprekken heeft met koorleden, waarbij na acht minuten de aap uit de mouw komt en zo’n koorlid in tranen zegt: “Ik wil het gewoon goed doen!”

Empathie
Deze dirigent kwam erachter dat het koorlid eigenlijk alleen maar empathisch beluisterd wilde worden en vermoedelijk erkenning wilde voor haar inspanningen. Hij ontdekte dat het helemaal niet ging om de muzikaal technische inhoud, of het exacte moment om te  starten met zingen. Het ging om erkenning. Dergelijke gesprekken konden in de toekomst ook 2 minuten duren, realiseerde hij zich, nu hij in contact was gekomen met de essentie achter het gesprek, waar het echt om ging: de behoefte van de ander.

“Beyond the thinking in wrongdoing & rightdoing there is a field. I meet you there.”   – Rumi

Luister naar de behoefte
Hoe kun je luisteren naar mensen die zeggen: ‘Ik wil het goed doen?’ of ‘Ik wil een goede moeder zijn’ Luister er doorheen, naar de behoeften die erachter liggen: het koorlid wil waarschijnlijk erkenning voor haar inspanningen, acceptatie, inclusie, erbij horen. En de moeder wil misschien (zelf)acceptatie of echte verbinding met haar kinderen, no claim. Aan haar kinderen geven wat ze wellicht zelf niet heeft gekregen in haar eigen kinderjaren. Misschien wil ze wel mildheid naar zichzelf, of balans en innerlijke rust als ze een baan en moederschap combineert. Als we contact kunnen maken met de behoefte achter het denken in goed en fout, komen we op het veld waar Rumi het over heeft, het veld waar we elkaar ontmoeten.

Dat klonk anders dan…
Mocht je jezelf horen zeggen: ‘Dat klonk niet goed’, ga dan meer naar een waarneming toe. Bijvoorbeeld: “Dat klonk anders dan hoe ik had gehoopt” of “Dat klonk anders dan hoe ik me het had voorgesteld” dan ga je wat meer naar een waarneming, in ieder geval houd je de waarneming meer bij jezelf, je ‘ont-oordeelt’ de waarneming. Zoek steeds weer naar de behoeften achter oordelen als ‘goed’ en ‘fout’ en je gaat van dualiteit naar eenheid. Want behoeften, daar kunnen we allemaal ‘ja’ op zeggen. En in die ja kunnen we elkaar altijd ergens ontmoeten.

Back To Top