Ga naar hoofdinhoud

Rond 21 september begint de herfst. Een magisch moment van evenwicht: dag en nacht duren dan overal op aarde exact even lang. Dit gebeurt alleen tijdens de herfst- en lente equinox, ‘gelijke nacht’ in het latijn. De zon staat dan loodrecht boven de evenaar. Wij aardbewoners ervaren dan overal op Aarde evenveel licht als donker.

Wat een uniek moment! De zuidwaartse nachtevening (equinox) markeert op het noordelijke halfrond het begin v/d herfst: nachten worden langer dan dagen. Licht en warmte nemen af en de natuur doet mee. Al wat groeit stagneert en maakt zich klaar voor de winterslaap. Bomen worden kaal, bladeren verdorren, er valt minder te ruiken, minder te zien. De oogst wordt binnen gehaald. Wij stervelingen bereiden ons voor op een periode van meer duisternis dan licht. Er is moed voor nodig om onze positie aan de schaduwkant van moeder Aarde onder ogen te zien, om onze eigen schaduwzijde te omarmen, onze duistere kant.

Negen uur langer donker

Nederland ligt op 52° Noorderbreedte op de 3de planeet (Aarde) vanaf de zon, een slordige 120 miljoen km verderop. Onze zon, de 24ste ster in het Vela-stelsel (Velatropa 24) ligt in de arm van Orion, een uithoek van onze Melkweg. Bij de herfst equinox klimt onze zon max. 37.9° boven de horizon uit, bij midwinter is dat zelfs maar 14,5°. In de zomer verheft onze zon zich maar liefst 61,5° boven de horizon, bezien vanuit ons Hollandse standpunt, ergens op die 40.000 km Aard-omtrek. Bij midwinter ervaren wij (door onze positie t.o.v. de zon) 9 uur langer duisternis dan bij midzomer! Ook de lichtintensiteit neemt sterk af door de lagere invalshoek van de zon op ons Nederland, op die 52° boven de evenaar.

Natuurlijk gaat de zon niet op of onder. De Aarde, met een massa van 5.972 E24 kg, dus ongeveer 6.000.000.000.000.000.000.000.000 kg, draait om haar eigen as (dagen). De aardas staat 23,44° gekanteld t.o.v. haar baanvlak rond de zon en dat geeft samen met de draaiing v/d Aarde om de zon seizoenen (1/4 draaiing). Een hele draai rond de zon markeert je verjaardag, elk jaar een rondje om de zon.

Kosmologisch uurwerk

De Maya’s hanteerden 2500 jaar geleden al zeer exacte kalenders, zoals de Tun Uc (jaar met 13 maanden van 28 dagen), Tzolkin (260-dagen kalender) en de Lange Telling (periodes van 5.125 jaar). De Lange Telling gaat uit van kosmologische cycli die eens in de 13.000 jaar een keerpunt kennen, zoals op 21.12.2012. Kalenders v/d Inca’s, Tibetanen, Hopi Indianen, Egyptenaren en Kelten bevestigen dit. De Aarde is een minuscuul tandwieltje in een gigantisch, kosmologisch uurwerk. De Maya’s berekenden 500 v.C. de lengte van een jaar al op 365,24200 dagen. Zij gebruikten de uitlijning v/d Aarde, de zon en het hart van het Melkwegstelsel voor het synchroniseren van hun kalender. Galactische Kosmologie heet dit. De moderne wetenschap bepaalt de lengte van een jaar op 365, 24199 dagen…

Dertien manen of schrikkeljaren

Onze 12 maanden per jaar en 60 minuten per uur brengen ons op een dwaalspoor. Wij hebben maanden van 27, 28, 30 en 31 dagen, terwijl de natuurlijke kalender 13 maanden kent, waarin elke maan(d) 28 dagen heeft, 4 weken van 7 dagen: elke eerste dag v/d maand is dan altijd een maan dag, in cadans met de natuur en de kosmos. Onze kalender vraagt om correctie. De herfst equinox verschuift ieder jaar ongeveer 6 uur naar achteren. Om te zorgen dat het ‘allemaal goed komt’, wordt iedere 4 jaar een extra dag ingevoerd, 29 februari. Omdat ook dit niet klopt, wordt elke eeuw een schrikkeljaar overgeslagen. Zo was 1900 geen schrikkeljaar, maar 2000 weer wel…

Interessant, maar zonder ziel

Peter Toonen vertelt in zijn boek ‘Het einde van de gestolen tijd’ hoe de klok werd ingevoerd. Koning Karel werd 800 n.C. tot Keizer Karel de Grote (742-814) gekroond. Sultan Haroen al Rasjid (766-809), groot Kalief van Bagdad en leider v/d islamitische wereld, besloot in 807 een gezant te sturen met cadeaus voor de nieuwe Keizer. Eén daarvan was een mechanische klok. Het ding was van koper en telde 12 uren, net als de waterklok, die de Chinezen eeuwen daarvoor hadden uitgevonden en die ook in Bagdad bekend was. Dit apparaat was indrukwekkender. Hij zag er prachtig uit en gaf ook nog geluid.

In Bagdad vonden ze de klok een leuk speeltje, interessant, maar zonder ziel. In wetenschappelijke boeken werd het beschreven als een in materie vormgegeven theorie over autonome, regelmatige beweging. Rooms-katholieke monniken zagen de machine een kleine eeuw later als een uitkomst. Zij kwamen een paar keer per dag samen voor liturgische gezangen. Met dit ding dachten ze precies te weten wanneer. Los van de stand van de zon kon nu elke dag op hetzelfde moment de bel worden geluid. Volgens een autonoom repeterende tijdmachine. Jaar in, jaar uit. De kunstmatige dag-tijd was geboren, los v/d natuur en de Kosmos, bepaald door een hardmetalen apparaat uit Bagdad, zonder ziel.

Ik wens je een gouden herfst toe! Susana Rusch

Back To Top