“Zoiets misschien?”
De winkelbediende staat op de derde tree van een trapladdertje, ik houd voor de zekerheid de zijsteunen vast, mijn voeten strategisch geplaatst tussen Samsonite koffers. Hij toont een zwart leren tas, die under cover rugzak is, strak en sober van design. Hij heeft de tas met moeite van de bovenste plank gehengeld, zonder de aanpalende artikelen met de zwaartekracht mee te sleuren, een kunst op zichzelf.
Dit is het achtste model dat hij mij laat zien. De winkel is afgeladen vol. ‘Trrringng’, gaat de bel bij de entree, ten teken dat weer iemand binnenkomt. “Goeidenavond”, roept een bediende ook nog boven de drukte uit. Geroezemoes. Een indringende leergeur. “Ik vind ‘t grof schandalig!”, roept een vrouw ineens overstuur, en ze beent vanaf het kassameubel, verongelijkt richting winkeldeur, onderweg tegen mij aanstotend.
Ik verplaats mijn been, de winkelbediende loopt net het trapladdertje af met in zijn rechterhand de tas-rugzak, mijn rechterbeen stoot tegen een Samsonite koffer, die als een dominosteen alle overige koffers laat omvallen. Mevrouw ‘schandalig’ worstelt zich door de menigte, ik val in slow-motion om, neem de trapladder mee en daarmee de winkelbediende. “Grof schandalig! Net voorbij garantie. . .!” Trrringng…
Ik lig languit over de Samsonites, de winkelbediende tussen de Kippling rugzakken, de trapladder werkeloos en intiem uitgestrekt tussen de Carelli Italia actetassen. Ik ben plots in een ander universum, ruik bergketenen, zie vogels, proef boslucht, voel avontuur: “Mevrouw? Gaat het?” hoor ik bezorgd boven de Samsonites uit. Mijn blik kruist die van de winkelbediende in zijn Kippling bed
“Conrad, gaat het?”, dezelfde stem vol warmte, alsof de drukte in de winkel niet bestaat, alsof koopavond niet bestaat. De tijd staat stil. Ik kwam voor een tas, maar nu zijn er alleen blauwe ogen, van Conrad dus, waar ik in verdwijn, berg-ketenen en avontuur, de subtiele geur van zijn aftershave kennelijk. Ik wist niet dat een neus in schijnbewegingen kan ruiken, achter leergeur langs.
“Ja”, zie ik hem zeggen, maar er komt geen geluid uit zijn mond. Integriteit, flitst het door me heen. Oh mijn God, dat vind ik zo sexy. Integriteit. Hij herpakt zich, zegt nog eens “Ja”, nu met stem en krijgt een hand aangereikt. Net als ik. Ik heb hem gebombardeerd met vragen en opdrachten. “Nee, groter”, en “En in bruin?” en “het is voor zakelijk gebruik, maar ik wil toch dat het sportief is, vlot, vernuftig en ook elegant”, en elke keer reageerde hij met hetzelfde geduld, met dezelfde warmte, met dezelfde vakkennis en passie voor kwaliteit.
Een gentleman in elke vezel, niet vooringenomen, alle tijd nemend in deze stampvolle winkel op deze koopavond. “Ik wil zo’n haakje in de tas, waar ik mijn sleutelbos aan kan klikken, ken je dat?”, had ik gevraagd. En steeds deed hij er een schepje bovenop. “Italiaans, zacht leer?” vroeg hij dan: “Of liever wat steviger en stoerder, uit Zuid Amerika?”
“Loopt u even mee naar achteren, dan krijgt u koffie”, zegt de hoffelijke collega. “Neem jij ook even pauze Conrad”, voegt ze eraan toe, in liefdevolle, gebiedende wijs.
- Susana Rusch